donderdag 18 augustus 2016

Zulke kinderen


Ik denk dat men vrijwel direct weet wat ik bedoel als de titel gelezen wordt. Of niet?
Ik hoor het heel regelmatig, zelfs mijn moeder gebruikt het. Ik vind er ook niets negatiefs aan. Vroeger werd er veelal gezegd dat zulke kinderen ongelukkig zijn.
‘Mama, wat is er met dat kindje?’ vroeg het kind.
‘Ach jongen, kijk maar niet zo, dat kindje is ongelukkig’, zei de moeder dan. Heel raar als je er nu over nadenkt. Want zulke kinderen zijn meestal niet zo ongelukkig. Je begrijpt dat ik de benaming ‘zulke kinderen’ veel beter vind dan ‘ongelukkige kinderen’.


Een tijdje geleden waren we bij een groot pretpark in het zuiden van het land, daar waar sprookjes werkelijkheid worden. We stonden in de rij voor een overheerlijke gefrituurde aardappel aan een stokje. Zoon2 wachtte geduldig in zijn rolstoeltje, deze hebben we altijd mee als we een dagje op pad gaan.
‘Het zijn toch echt schatten, zulke kinderen.’ Ik wist direct dat ze het over zoon2 had, want ik ben inmiddels bekend met het fenomeen ‘zulke kinderen’ en hoewel mijn nichtje naast hem stond, wist ik het toch. Mijn nichtje heeft ook een beperking, maar dan onzichtbaar. Niemand weet dat ze het keurmerk ‘zulke kinderen’ draagt. Toch nieuwsgierig naar wie mijn kind zo schattig vond, keek ik om. Het meisje keek me verwachtingsvol aan. Ze had al in de gaten dat ik de moeder van het schattige jongetje was. Ik gaf haar een knikje, zo van: je hebt gelijk, het schattige jongetje hoort bij mij en ja, hij is echt zo schattig. Maar het was niet genoeg, het was juist de aanleiding om haar eigen visie op ‘zulke kinderen’ met mij te delen.
Ze vertelde me dat ze vroeger zo’n jongetje in de straat had wonen, ze had hem altijd zo leuk gevonden. Ze zou er zelf wel zo eentje willen hebben. En dat is ook precies wat ze tegen haar vriend zei toen ze hem leerde kennen. Als ze ooit zo’n kindje zouden krijgen dan zouden ze het houden, hoe dan ook. Gruwelijk vond ze de verhalen van de abortussen. Het leek haar juist geweldig! Zulke kinderen blijven namelijk altijd bij je. Die gaan niet op kamers om te studeren. Die gaan niet aan de andere kant van het land wonen. Je hoeft ze niet los te laten. Ze gaan de rest van hun leven met je mee op vakantie, heerlijk.
Tja…

Ik keek haar even goed aan, ik was er namelijk niet zeker van of ze dit meende, maar ze keek stralend naar zoon2 alsof ze het leven met zo’n kindje al helemaal voor zich zag. Ik merkte dat ze bloedserieus was. Even stond ik in twijfel of ik haar uit de droom zou helpen. Dat ‘zulke kinderen’ naast het feit dat ze heel schattig zijn, want dat zijn ze echt, ook extreem koppig, star en tegendraads kunnen zijn. Om nog maar te zwijgen van alle medische afspraken die je moet aflopen. Om nog maar te zwijgen over de monsterlijke administratie van het pgb en de gesloten deuren die je tegenkomt, enzovoort, enzovoort. Maar ik zag haar zo verliefd kijken naar mijn zoon en vervolgens naar haar vriend, waarvan ik later merkte dat ie iets verderop stond, dat  ik het niet over mijn hart kon krijgen om maar iets negatiefs te zeggen. En waarom zou ik ook? Na alle negativiteit rondom de Downtest en de openlijke discussie over hun bestaansrecht, vond ik het heerlijk om eens iemand onbezorgd en met 100% positiviteit over ´zulke kinderen´ te horen praten.  

Zulke kinderen

Ik denk dat men vrijwel direct weet wat ik bedoel als de titel gelezen wordt. Of niet?
Ik hoor het heel regelmatig, zelfs mijn moeder gebruikt het. Ik vind er ook niets negatiefs aan. Vroeger werd er veelal gezegd dat zulke kinderen ongelukkig zijn.
‘Mama, wat is er met dat kindje?’ vroeg het kind.
‘Ach jongen, kijk maar niet zo, dat kindje is ongelukkig’, zei de moeder dan. Heel raar als je er nu over nadenkt. Want zulke kinderen zijn meestal niet zo ongelukkig. Je begrijpt dat ik de benaming ‘zulke kinderen’ veel beter vind dan ‘ongelukkige kinderen’.


Een tijdje geleden waren we bij een groot pretpark in het zuiden van het land, daar waar sprookjes werkelijkheid worden. We stonden in de rij voor een overheerlijke gefrituurde aardappel aan een stokje. Zoon2 wachtte geduldig in zijn rolstoeltje, deze hebben we altijd mee als we een dagje op pad gaan.
‘Het zijn toch echt schatten, zulke kinderen.’ Ik wist direct dat ze het over zoon2 had, want ik ben inmiddels bekend met het fenomeen ‘zulke kinderen’ en hoewel mijn nichtje naast hem stond, wist ik het toch. Mijn nichtje heeft ook een beperking, maar dan onzichtbaar. Niemand weet dat ze het keurmerk ‘zulke kinderen’ draagt. Toch nieuwsgierig naar wie mijn kind zo schattig vond, keek ik om. Het meisje keek me verwachtingsvol aan. Ze had al in de gaten dat ik de moeder van het schattige jongetje was. Ik gaf haar een knikje, zo van: je hebt gelijk, het schattige jongetje hoort bij mij en ja, hij is echt zo schattig. Maar het was niet genoeg, het was juist de aanleiding om haar eigen visie op ‘zulke kinderen’ met mij te delen.
Ze vertelde me dat ze vroeger zo’n jongetje in de straat had wonen, ze had hem altijd zo leuk gevonden. Ze zou er zelf wel zo eentje willen hebben. En dat is ook precies wat ze tegen haar vriend zei toen ze hem leerde kennen. Als ze ooit zo’n kindje zouden krijgen dan zouden ze het houden, hoe dan ook. Gruwelijk vond ze de verhalen van de abortussen. Het leek haar juist geweldig! Zulke kinderen blijven namelijk altijd bij je. Die gaan niet op kamers om te studeren. Die gaan niet aan de andere kant van het land wonen. Je hoeft ze niet los te laten. Ze gaan de rest van hun leven met je mee op vakantie, heerlijk.
Tja…

Ik keek haar even goed aan, ik was er namelijk niet zeker van of ze dit meende, maar ze keek stralend naar zoon2 alsof ze het leven met zo’n kindje al helemaal voor zich zag. Ik merkte dat ze bloedserieus was. Even stond ik in twijfel of ik haar uit de droom zou helpen. Dat ‘zulke kinderen’ naast het feit dat ze heel schattig zijn, want dat zijn ze echt, ook extreem koppig, star en tegendraads kunnen zijn. Om nog maar te zwijgen van alle medische afspraken die je moet aflopen. Om nog maar te zwijgen over de monsterlijke administratie van het pgb en de gesloten deuren die je tegenkomt, enzovoort, enzovoort. Maar ik zag haar zo verliefd kijken naar mijn zoon en vervolgens naar haar vriend, waarvan ik later merkte dat ie iets verderop stond, dat  ik het niet over mijn hart kon krijgen om maar iets negatiefs te zeggen. En waarom zou ik ook? Na alle negativiteit rondom de Downtest en de openlijke discussie over hun bestaansrecht, vond ik het heerlijk om eens iemand onbezorgd en met 100% positiviteit over ´zulke kinderen´ te horen praten.