vrijdag 19 december 2014

PSSSsssssTTTT

Ik ben, zoals ze dat noemen, een gevoelsmens. Emoties nemen regelmatig de overhand. Ik kan me altijd erg goed inleven in het lief en leed van een ander.

Er is echter iets waar ik totaal geen gevoel voor heb en dat zijn auto's.
Ik kan daar kort over zijn. Dat stukje is gewoon niet ontwikkeld bij mij.
Ik denk dat het erfelijk bepaald is. Mijn vader heeft bijvoorbeeld nooit zijn rijbewijs gehaald, hij had er gewoon geen gevoel voor.

Ik heb dan wel mijn rijbewijs, maar mijn richtingsgevoel is belabberd.
Verre afstanden rijden doe ik liever niet, bang dat ik in slaap val.
Korte afstanden rijd ik eigenlijk liever ook niet. Het is dan ook een fijne aangelegenheid dat de school van zoon1 en zoon3 tegenwoordig op loopafstand ligt. Ik kan daar iedere dag weer van genieten. Helemaal nu het 's morgens donker is, want ik rijd liever ook niet in het donker, om maar te zwijgen over sneeuw en gladheid...

Ik fiets dapper naar mijn werk. Omdat ik op verschillende locaties werk, moet ik soms best een afstandje afleggen. Ik fiets trouw overal naar toe, of ik nu met of zonder poncho en met of zonder handschoenen moet fietsen, ik fiets!

Ik vond het dan ook niet echt fijn dat ik vorige week lief bij 's morgens bij de garage moest ophalen met de auto.
Het was nog donker en het regende, grr. Maar goed ik deed het voor mijn lief.

Nu zat er al een tijdje een klein rammeltje rechts achterin. Daar moest beslist eens naar gekeken worden, maar ik was inmiddels wel aan dat rammeltje gewend.
Toen ik weg reed hoorde ik: GRRRR PFFFFFPSSSS IIIIIIEEEEEEE en dat getik rechts achter.
Ik had daar geen enkel gevoel bij. Ik dacht alleen maar dat dat rammeltje wel erg luid was geworden. Bovendien ging er geen belletje rinkelen of lampje branden. In de auto vertrouw ik blind op lampjes en belletjes, maar ik reed gewoon weg en ging de dreef op.
Mopperend op de donkerte, de regen en het drukke verkeer reed ik op de dreef.
Het luide getik ging over in: WAM WAM WAM. Ik ergerde me er aan. “Heb ik dat, we moeten echt naar de garage met dat ding.” zei ik tegen mezelf.
Inmiddels reed ik op de Parallelweg en spoedig zou ik de snelweg op moeten.
Opeens kreeg ik een naar gevoel. Dit was niet goed! “dit is niet goed. Ik voel het.” zei ik.

Ik zou straks de snelweg op moeten en dat durfde ik niet. Ik kreeg het gevoel dat ik er geen meter verder in wilde rijden.
Ondertussen hoorde ik dat lief mij probeerde te bellen, omdat ik nog steeds niet de bluetooth had aangesloten op de auto, kon ik niet opnemen.
“Waarom probeert hij me te bellen? De auto WAM WAM WAM! Paniek paniek paniek.”
Ik besloot te stoppen en belde lief terug. Hij zou een leenauto meekrijgen, het ging allemaal iets langer duren dan gepland.
“F*ck” dacht ik, verder niets. Het “ik rij geen meter meer” gevoel had ik niet meer aan gedacht.
Ik reed dan ook gewoon weer een paar kilometer terug naar huis.

WAM WAM WAM. Het voelde nu ook alsof het sturen wat lastiger werd. Toen sloeg de paniek toe. Gelukkig geen blinde paniek. Ik kwam heelhuids thuis.
Al mopperend ging ik naar binnen. Eenmaal binnen bedacht ik me dat het nuttig zou zijn om even rechts achter bij de auto te gaan kijken.
Het schaamrood liep tot mijn kaken bij het aanzien van rechts achter.
Rechts achter had namelijk een platte band en er zat een grote schroef in...
Met mijn gevoel bleek niets mis. Het was inderdaad niet goed.
Toch wel een beetje trots dat mijn 'auto gevoel’ in ontwikkeling was liep ik naar binnen.
Later hoorde we van de garage dat de band niet meer gerepareerd kon worden omdat ik er mee doorgereden had, dat was dus niet verstandig van mij.
Dat koste ons twee nieuwe banden.
Met mijn gevoel is dus niets mis! Nu mijn verstand nog...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten